woensdag 24 december 2008

David.

David was een herdersjongen die heel lang geleden leefde in een land ver hier vandaan.
Op een dag ging hij voor zijn moeder eten brengen aan zijn broers die dienst deden in het leger van de koning. Het was blijkbaar een heel arme koning die niet zelf voor zijn soldaten kon zorgen.
Dat leger maakte zich op om te gaan vechten tegen de Filistijnen, een vervelend buurvolk waar die koning vaker ruzie met maakte.

Maar die koning was ook een beetje bang, want die Filistijnen hadden een heel grote Goliath die de koning mores wou leren.
David niet, die was niet bang. Toen hij zag wat er gebeurde zei hij tegen zijn koning dat hij het wel even zou fiksen. Hij trok zijn kleren uit, ik denk dat hij het warm had, pakte zijn slinger en smeet die reus een steen voor zijn dikke kop.
De reus zeeg dodelijk getroffen ter aarde en toen hij eenmaal lag hakte David hem de kop af. Oorlog gewonnen, einde verhaal.

Nou die David, die grote held, heb ik uitgebeeld in kersenhout. Hout met een prachtige tekening van de jaarringen. Dat komt vooral te voorschijn nadat het beeld geolied is.

Mocht het beeld jullie bekend voorkomen, een of andere Italiaan, ene Michelangelo, heeft ooit ook al een poging gedaan om dat beeld te maken.

vrijdag 5 december 2008

De mondharmonicaspeler.




Er is een mondharmonica speler ontstaan. Nee, niet vanzelf, ik heb er heel wat uurtjes voor op een stuk hout moeten inhakken.
Het kost wat moeite maar dan heb je ook wel weer wat.

Het idee ontstond toen we deze zomer met z'n vieren naar Emmerich am Rhein zijn gefietst. Daar aan de rijnkade staan enkele bronzen beelden. Nee, ik weet niet wie de kunstenaar is.

Eén daarvan heb ik dus nu in het klein nagemaakt van een stuk kersenhout.

woensdag 12 november 2008

Dolfijn.





Deze keer heb ik een dolfijn (na)gemaakt. Ik vond op internet een foto van een dolfijn, gemaakt door een andere kunstenaar en wilde proberen of ik dat ook kon maken.

En dat kon ik, ik vind zelf het resultaat goed geslaagd. Het exemplaar is dus niet uniek, maar wel mooi.

Het is gemaakt uit een stuk cederhout dat ik ooit van Wilco heb gekregen. Een zachte houtsoort met een roodachtige kleur en een sterke geur. Een cedergeur dus.

Het is goed te bewerken maar heeft als nadeel dat het nogal snel splijt, vooral op plekken waar je dat liever niet hebt. Dus moest ik steeds heel voorzichtig hakken en goed kijken hoe de houtnerf liep. Hak je tegen de draad in dan loop je snel de kans dat er een te grote splinter afvliegt. En uiteraard is dat ook wel gebeurd.
Tegendraads geeft altijd problemen.

Na veel vijlen en schuren om de oppervlakte goed glad te krijgen heb ik het afgewerkt met een blanke zijdematte lak. Hierdoor komt de mooie rode kleur nog beter tot zijn recht.

woensdag 29 oktober 2008

De steenuil


Ik heb het verzoek gekregen om voor iemand een steenuiltje van hout te maken. Aan deze vraag wil ik graag voldoen. Althans, ik zal een serieuze poging wagen iets te maken dat daar op lijkt.
Ik heb een foto van een steenuil gevonden die als voorbeeld zal dienen.

Hiervoor heb ik een mooi stuk eikenhout gezaagd uit een boom die een half jaar geleden omgevallen is in het weiland van de buurman.
Deze keer ga ik het werkstuk uit een heel stammetje houwen. Ik hoop dat dit later geen problemen oplevert met het splijten van het hout als het verder droogt.

Verbazingwekkend, hoeveel houtwormen, bok- en andere torren zich in die korte periode al onder de boomschors en ook dieper weg gevreten hebben. Ook schijnen de nakomelingen van het grootste vliegende insect dat hier voor komt, het vliegend hert, vele jaren al peuzelend hun gangen in het dode eikenhout boren voor dat ze er even uit komen om een paar maanden rond te vliegen.

Uit dit stuk hout van 30 cm heb ik zeker 15 maden en wormen gepeuterd. Het vervelende is dat ze ook diep in het hout zitten, zodat je die gangen tegenkomt waar je ze niet kunt gebruiken.

De ruwe vorm wordt op het stammetje afgetekend en het zagen, hakken, vijlen en schuren kan beginnen.
Na enige tijd neemt dat stuk hout warempel toch al enigszins een uilenvorm aan en zodra ik daar tevreden over ben, kan de verdere afwerking beginnen.

De ogen, de snavel en de poten zijn daarna aan de beurt en dat vergt het secuurdere gebruik van de kleinere beitels en vijltjes.

De vleugels worden bedekt met veren en slagpennen, zodat deze vogel zou kunnen vliegen als hij niet uit zwaar eikenhout gemaakt was.
Om het veerpatroon op de rest van het lichaam aan te geven maak ik met de guts een heleboel willekeurige gootjes. Van enige afstand lijkt dat heel aardig op een verenkleed.
Misschien dat ik dat dit een volgende keer toch op een andere manier ga doen. Het moet toch nog wel iets verfijnder kunnen. Al doende leert men, ook ik.

Nadat het een paar keer met steeds fijner schuurpapier is geschuurd en het uiteindelijk in de lijnolie is gezet, kan ik de steenuil voor gereed verklaren.

De opdrachtgever kan hem komen halen. Hij staat klaar.

vrijdag 10 oktober 2008

Gereedschap.

Ik heb, toen we laatst in Nederland waren, een bezoek gebracht aan "smid van Lochem".
Smid van Lochem is een heel oud familiebedrijf in ons beider geboortedorp Aalten, dat handelt in ijzerwaren en gereedschappen.
Ik zag toevallig dat ze een nieuw hypermodern pand met een grote winkel hadden gebouwd en we zijn daar gaan kijken, op zoek naar goed beeldhouw gereedschap.

Het bleek dat ze een (goed afgesloten) vitrine vol met mooie en vlijmscherpe beitels hadden, in allerlei vormen en maten. Maar op mijn verzoek waren ze graag bereid om ons daar op ons gemak in te laten snuffelen.

Op de bijgaande foto zie je de rijke oogst aan (Zwitsers) gereedschap dat we daar gekocht hebben. Hiermee kan ik mijn hele verdere leven de mooiste beelden maken, hoe lang dat ook mag zijn.

dinsdag 7 oktober 2008

Geert, het Belgisch peerd.

Het is gelukt, het uitbeelden van een paard.
Ik vond op internet een foto van een bronzen beeld van een paard, een werkpaard aan de vorm te zien. Dat leek me wel wat.

Ik had een stuk kersenhout dat hiervoor geschikt moest zijn en ben daarmee aan de slag gegaan. Na vele uren zagen, schaven, hakken, vijlen en schuren kwam uiteindelijk dit resultaat te voorschijn.

Grappig was dat ik op een gegeven moment geen idee had hoe ik het hoofd vorm moest geven. Ik ben toen maar weggegaan en heb samen met Filou een lange wandeling gemaakt, daarna kreeg ik dat hoofd wel zomaar voor elkaar. Dat heet inspiratie, geloof ik.

Het stuk hout, dat daarvoor geschikt moest zijn, bleek bij nader inzien wel een vervelende donkere streep te hebben, ontstaan in het hart van de stam. Hierdoor is het beeldje een weinig ontsierd, vind ik.

Geert heeft een stokmaat (zoals dat bij paarden heet) van 12 centimeter. Het hele beeldje is 23 cm hoog en is afgewerkt met een laklaag.

woensdag 3 september 2008

Compliment


Kijk, dit zijn nog eens complimenten. Zo lees ik ze graag!


Bonjour Diny,

J'ai regardé le site de Dick, et j'ai été très surpris de voir que quelqu'un qui vient de commencer la sculpture peut déjà faire des oeuvres très belles, pleines d"imagination et de sensibilité. Un grand coup de chapeau à Dick. On s'est dit avec Monique qu'il faudrait organiser une expo vitraux-sculptures-peintures, où et quand, il faut y réfléchir...

Amicalement

Cl.


dinsdag 2 september 2008

De indiaanse.

Mijn verzameling houtsnijwerk is weer uitgebreid met een nieuw kunststuk.
Deze keer is het een halve kop van een indiaanse vrouw.

Ik ben weer begonnen met het uitprinten van een foto die ik op internet gevonden heb en die wel aardig leek om na te maken.
De contouren van deze foto heb ik daarna op de juiste schaal en in goede verhoudingen overgetekend op een geschikt stuk kersenhout.

Dan begint het ruwe hakwerk met de grote guts. De spaanders vliegen dan alle kanten op door de werkplaats.

Is eenmaal de grove vorm van het beeld zichtbaar, dan begint het fijnere werk. De neus, kin en wangen moeten in verhouding gebracht worden, de haren in vorm brengen gaat ook nog wel. Maar de ogen en de mond geven altijd veel problemen. Die bepalen de uitdrukking van het gezicht. Om die te kunnen maken is heel fijn en scherp gereedschap nodig.
Ik moet zien dat ik hiervoor nog kleinere en fijnere beitels kan vinden.

Elke hamerslag op de beitel wordt gevolgd door een uitgebreide controle om te zien wat die klap te weeg heeft gebracht. Wat weg is, is weg en kan niet meer terug gehaald worden.
Bij een olieverf schilderij kun je nog wel met een doek wat wegvegen en er overheen schilderen. Bij beeldhouwen is elke slag definitief.

Over elke volgende beitelsteek moet goed nagedacht worden, waar moet nu hoeveel nog weggehakt worden. Wat overblijft bepaalt uiteindelijk het beeld.

Daarna komt weer het fijnere afwerken. Vijlen, grof- en daarna fijn schuren, urenlang en steeds maar weer opnieuw. Tot het uiteindelijk goed is, tot ik het goed vind.
En als laatst alles in de meubelolie zetten voor de bescherming tegen invloeden van buiten.

En dan is er weer een beeldje klaar.
Zij komt bij de verzameling te hangen, om er naar te kijken en zo nu en dan in de handen te nemen. Na verloop van tijd begint zo'n beeldje meer te leven. Het krijgt uitstraling.
En dan wil ik het eigenlijk niet meer kwijt.

En dat is natuurlijk niet goed voor een beeldhouwer. Een beeld moet verkocht worden, ook bij een kunstenaar moet brood op de plank komen. Gelukkig heb ik nog een ander middel van bestaan.
Maar ik heb gelezen dat ook Leonardo da Vinci zijn Mona Lisa nooit verkocht heeft en altijd met zich meegesleept heeft, waar hij ook naar toe ging. En er komt een tijd dat ik mezelf met hem ga vergelijken!

vrijdag 15 augustus 2008

Een sierbeeldje.

Deze keer een beeld waar geen hamer en beitel aan te pas is gekomen.

Ik had een stuk gladgeschaafd essenhout liggen van ongeveer 5 cm dikte, waarop ik met potlood de contouren van het te maken beeld heb getekend.
Met de decoupeerzaag heb ik vervolgens de ruwe vorm uitgezaagd.
Daarna kwam het hoofdzakelijk op schaven, vijlen en heel goed gladschuren aan. Meer bewerkingen waren niet nodig om dit beeldje te kunnen maken.

Alleen uiteraard nog wel de eindafwerking, deze keer heb ik het ingestreken met blanke lak. Dit om het beeld zijn lichte essenhoutkleur te laten houden.

De voet waar het beeld op is geschroefd is een blokje eikenhout.

Het eerste eindresultaat had een vlakke bovenkant, maar bij nadere beschouwing beviel me dat niet, waarna ik ook de bovenkant heb afgerond.
Hierdoor ontstond volgens mij een betere verhouding tussen de afgeronde buitenkant en de vlakke binnenvorm. Een kwestie van evenwicht.

Dit betrekkelijk eenvoudige maar toch wel sierlijke beeldje kostte niet zo heel veel tijd en was in een paar dagen gemaakt. Het was makkelijker te maken dan de vooraf gaande beelden, vooral ook omdat er geen driedimensionale moeilijkheden bij kwamen kijken.

zondag 10 augustus 2008

De hand


Deze keer heb ik geprobeerd een echte levensgrote hand te maken.
Een voorbeeld was makkelijk te vinden, mijn bloedeigen rechterhand was steeds bij de hand om te passen en te meten.

De moeilijkheid hierbij was om de juiste verhoudingen en de goede stand van de vingers en de duim te vinden.

Het geheel is redelijk geslaagd. De levenslijn is er zo goed in aangebracht, dat een handlezeres aan deze hand voldoende had om mijn toekomst te voorspellen.

De hand is gehouwen uit een blok essenhout, bijna wit als je er mee aan het hakken bent, gelig na de afwerking. Deze afwerking is zoals gewoonlijk; olie en bijenwas.

De andere foto is een tussentijdse opname van de nog heel ruwe hand tijdens de productie.

vrijdag 11 juli 2008

De KOP.



Na vele uren hakken, schaven, vijlen, schuren en nog weer eens kijken, is er dan eindelijk toch het eindresultaat.
De KOP is gehouwen uit een dik stuk essenhout.

Zoals ik al eerder schreef was dit werkstuk een oefening in het maken van een gezicht met een bijbehorende fatsoenlijke en menselijke uitdrukking.
Ik vind zelf dat ik daar wel redelijk in geslaagd ben. Alleen de kunst om het beeld ook werkelijk te laten lijken op het voorbeeld ben ik nog niet echt machtig. Wie weet, komt dat nog. Oefening baart kunst.

De naam was een strijdpunt. Diny vond dat hij Dickop genoemd moest worden, maar dat vond ik nu weer niet zo aardig voor mezelf.
En aangezien ik dit stukje schrijf, is het gewoon kortweg KOP geworden.

zondag 15 juni 2008

De bassist.



Kijk, er is er weer één. Door samenwerking van inspiratie en transpiratie kunnen grootse dingen ontstaan.

De bassist is ongeveer 25 cm hoog en is gemaakt uit een stukje kersenhout. Dit is een houtsoort die ik in mijn nog erg korte carrière ben gaan waarderen door zijn bewerkbaarheid en zijn mooie houtnerfpatroon. Dat geeft na het oliën iets extra's.

Ik moet nu velen teleurstellen, dit kostelijke en kostbare beeldhouwwerk is niet te koop. Ik heb hem reeds beloofd aan iemand waaraan ik steeds heb gedacht toen ik er mee bezig was en waar hij dus thuis hoort.
Gelukkig duurt het nog even voor ze hem komen halen, zodat ik er nu eerst nog een poosje zelf naar kan kijken. Ik merk dat ik zoiets niet meteen kwijt wil.

La Penseuse


Na enkele weken hakken, schaven, schuren en vijlen is er weer een wonder geschied. Er is weer een beeld geschapen.
Vrij naar het voorbeeld van Rodin, die ooit een beroemd beeld "de denker" heeft uitgehakt, heb ik "la penseuse" gemaakt.
Mocht er enige gelijkenis zijn met mijn geliefde, dan is dat toevallig, hoewel ze er wel voor heeft geposeerd.

Het beeldje is ongeveer 25 cm hoog en is gemaakt uit eikenhout, afgewerkt met olie en bijenwas.
Eikenhout is wel hard maar met goede beitels toch goed te bewerken.

de heer H. Haan


Een standbeeld ter nagedachtenis aan alle overleden en al dan niet door ons geconsumeerde hanen.
Gemaakt uit Esdoornhout, afgewerkt met olie en bijenwas.

Blote Bep

Deze keer één van mijn laatste creaties, "Blote Bep".
Kersenhout met een laagje blanke lak.

De oude heks.


Een van de laatste werkstukjes. Een op een bezem vliegende heks van ongeveer 12 cm hoog, gesneden uit een stukje kersenhout. Hout met een prachtige tekening van de jaarringen, wat pas goed naar voren komt nadat het beeldje in de olie en daarna in de bijenwas gezet is.

Om meer te weten over het interessante leven van de heksen, zie hieronder
http://mediatheek.thinkquest.nl/~kla027/Heksen.htm

De Tulp

De tulp is gemaakt van een stuk wilgentak die ik toevallig vond en die geschikt was voor dit model.

De Specht

Spechten (Picidae) zijn een vogelfamilie van kleine tot middelgrote, robuuste vogels met scherpe snavels, een stijve staart en zygodactilische poten waarvan de twee middelste tenen naar voren staan en de buitenste twee naar achteren. Zij leven meestal in bomen en gebruiken hun scherpe snavel en lange kleverige tong om daaruit insecten los te peuteren. Zij gebruiken hun staart daarbij als steunpilaar. Zij leven meest in paren en hakken hun nest uit in een boomstam.

Het bovenstaand (blinde) exemplaar is gesneden uit een stuk wilgenhout en zal dus geen van bovenstaande activiteiten ooit uitvoeren.

les quattre femmes

beeldhouwen


Dank zij "uitzending gemist" zagen we een uitzending van Teleac over de cursus beeldhouwen in hout. Dat leek wel interessant en leuk om te doen. Mijn hele familie is héél kunstzinnig, dus waarom zou ook ik niet iets moois kunnen maken?
Dus hebben we samen al die uitzendingen bekeken en ook maar het bijbehorende cursusboek besteld.

En zodoende heb ik besloten om mij mijn verdere leven aan die edele beeldhouwkunst te weiden. Nou ja, mijn hele leven? Laten we eerst maar eens beginnen.
Om te beginnen moet je dan goed gereedschap hebben. Goede beitels, hol, bol, krom en recht. Maar kom er maar eens om bij die grote doe-het-zelf zaken zoals monsieur briclolage, waar ze alles hebben.. Ja, een enkel gutsje is er wel te koop maar je moet niet te veel vragen, want ze zijn niet op specialisten ingesteld. Dus daarvoor moeten we naar Toulouse, als daar tenminste speciaalzaken zijn, of wat nog makkelijker is, bestellen via internet.

Een houten klopper om die beitels door het hout te slaan kun je kopen, maar natuurlijk ook maken. Een eerste proeve van bekwaamheid.
Een prachtige werkplaats of, wat mooier klinkt op z'n Frans, "atelier", heb ik natuurlijk al lang net zoals de stevige werkbank.

En dan natuurlijk hout. Om te beginnen heb ik de schuren vol liggen met brandhout van diverse boomsoorten, wilg, populier, kers en pruim. Maar helaas zijn die allemaal in kleine stukken gehakt om ze in de kachel te laten passen. Maar ook met kleine stukken kun je nog wel wat moois maken. Verder heb ik pas een dode eikenboom omgehakt die nu aan grotere stukken ligt te drogen onder de hangaar. Dus aan hout hoef ik geen gebrek te hebben.

We gaan aan de slag en de resultaten komen er wel aan.