woensdag 3 september 2008

Compliment


Kijk, dit zijn nog eens complimenten. Zo lees ik ze graag!


Bonjour Diny,

J'ai regardé le site de Dick, et j'ai été très surpris de voir que quelqu'un qui vient de commencer la sculpture peut déjà faire des oeuvres très belles, pleines d"imagination et de sensibilité. Un grand coup de chapeau à Dick. On s'est dit avec Monique qu'il faudrait organiser une expo vitraux-sculptures-peintures, où et quand, il faut y réfléchir...

Amicalement

Cl.


dinsdag 2 september 2008

De indiaanse.

Mijn verzameling houtsnijwerk is weer uitgebreid met een nieuw kunststuk.
Deze keer is het een halve kop van een indiaanse vrouw.

Ik ben weer begonnen met het uitprinten van een foto die ik op internet gevonden heb en die wel aardig leek om na te maken.
De contouren van deze foto heb ik daarna op de juiste schaal en in goede verhoudingen overgetekend op een geschikt stuk kersenhout.

Dan begint het ruwe hakwerk met de grote guts. De spaanders vliegen dan alle kanten op door de werkplaats.

Is eenmaal de grove vorm van het beeld zichtbaar, dan begint het fijnere werk. De neus, kin en wangen moeten in verhouding gebracht worden, de haren in vorm brengen gaat ook nog wel. Maar de ogen en de mond geven altijd veel problemen. Die bepalen de uitdrukking van het gezicht. Om die te kunnen maken is heel fijn en scherp gereedschap nodig.
Ik moet zien dat ik hiervoor nog kleinere en fijnere beitels kan vinden.

Elke hamerslag op de beitel wordt gevolgd door een uitgebreide controle om te zien wat die klap te weeg heeft gebracht. Wat weg is, is weg en kan niet meer terug gehaald worden.
Bij een olieverf schilderij kun je nog wel met een doek wat wegvegen en er overheen schilderen. Bij beeldhouwen is elke slag definitief.

Over elke volgende beitelsteek moet goed nagedacht worden, waar moet nu hoeveel nog weggehakt worden. Wat overblijft bepaalt uiteindelijk het beeld.

Daarna komt weer het fijnere afwerken. Vijlen, grof- en daarna fijn schuren, urenlang en steeds maar weer opnieuw. Tot het uiteindelijk goed is, tot ik het goed vind.
En als laatst alles in de meubelolie zetten voor de bescherming tegen invloeden van buiten.

En dan is er weer een beeldje klaar.
Zij komt bij de verzameling te hangen, om er naar te kijken en zo nu en dan in de handen te nemen. Na verloop van tijd begint zo'n beeldje meer te leven. Het krijgt uitstraling.
En dan wil ik het eigenlijk niet meer kwijt.

En dat is natuurlijk niet goed voor een beeldhouwer. Een beeld moet verkocht worden, ook bij een kunstenaar moet brood op de plank komen. Gelukkig heb ik nog een ander middel van bestaan.
Maar ik heb gelezen dat ook Leonardo da Vinci zijn Mona Lisa nooit verkocht heeft en altijd met zich meegesleept heeft, waar hij ook naar toe ging. En er komt een tijd dat ik mezelf met hem ga vergelijken!